|
Zalving
|
||
|
Daarop liet Samuël David halen.
Hij nu was rossig, ook had hij mooie ogen en een schoon voorkomen. Toen zeide
de Here: Sta op, zalf hem, want deze is het. Samuël nam de oliehoorn en
zalfde hem te midden van zijn broeders. (1Sam.16:12-13) |
||
Toen zij aan de grens van
de stad aangekomen waren, zeide Samuël tot Saul: zeg de knecht dat hij voor
ons uitga, daarop ging deze weg, maar blijf gij nu staan, dan zal ik u het
woord Gods doen horen. (1 Sam.9:27) Toen nam Samuël de
oliekruik, goot haar uit over zijn hoofd, kuste hem en zeide: Heeft de Here u
niet tot vorst over zijn erfdeel gezalfd? (1Sam10:1) |
Profeten hadden veel taken. De belangrijkste taak was dat de profeet moest doorgeven aan de mensen wat de wil van God was. God sprak tot de profeten in dromen en visioenen, en soms konden de profeten de stem van God echt horen, zoals dit bijvoorbeeld het geval was met Mozes en de profeet Samuël. Samuël kreeg o.a. de opdracht van God om een koning voor het volk aan te stellen. Dit gebeurde door zalving. Samuël heeft Saul gezalfd tot
koning. Saul was helemaal alleen met Samuël toen dit gebeurde. Saul kreeg
zelfs een kus van Samuël. De Geest van God kwam pas over Saul nadat Saul was
vertrokken bij Saul, toen hij de stad Gibea introk. Daar kwam Saul profeten
tegen die in geestesvervoering waren. En toen raakte Saul met hen in
geestesvervoering en werd hij een ander mens. (1 Sam.2-6) |
|
|
|
David werd door Samuël tot
koning gezalfd, toen het duidelijk was geworden dat Saul niet naar God
luisterde. Over David staat geschreven dat hij niet alleen was met Samuël
toen hij gezalfd werd tot koning, zijn broers waren er ook bij. De geest van
God greep David nog dezelfde dag aan. Hier kwam geen schare profeten aan te
pas. David hoefde ook niet terug naar huis via vijandig gebied. (1 Sam.16:13)
Onmiddellijk na vers 13 vertelt de
schrijver dat de Geest van God geweken was van Saul en dat een boze geest
Saul bang maakte (1 Sam.16:14) Ondanks het feit dat David
gezalfd was en dat hij wist dat Saul niet meer in de gunst van God was heeft
David nooit geprobeerd om Saul te vermoorden of om Saul van zijn troon te
stoten. David deed de gezalfde van God geen kwaad. (1 Sam.24:7) David heeft zich in de situatie bevonden dat hij Saul
kon overmeesteren, maar hij heeft hier geen misbruik van gemaakt. |
||
|
|
Copyright ©
Patricia M. van Weert - Landwehr |
|