|
De
zesde engel uit Openbaring 9
|
||
|
En
de zesde engel blies de bazuin en ik hoorde een stem uit de vier horens van
het gouden altaar, dat voor God staat, zeggende tot de zesde engel, die de
bazuin had: Laat de vier engelen los, die bij de grote rivier, de Eufraat,
gebonden zijn. (Op.9:13-14) |
||
In Openbaring staat veel informatie die niet makkelijk te
begrijpen is. De auteur van de Bijbelverhalen op deze website heeft
geprobeerd om middels tekeningen een impressie te geven van enkele verhalen
uit Openbaring, om de lezers te helpen de verhalen uit Openbaring beter te begrijpen. |
En de vier engelen, die tegen
het uur en de dag en de maand en het jaar waren gereed gehouden, werden
losgelaten om het derde deel van de mensheid te doden. En het getal der
legerscharen van de ruiterij was tweemaal tienduizend tienduizendtallen; ik
hoorde hun aantal. En aldus zag ik in dit gezicht de paarden en hen, die erop
gezeten waren: zij hadden rossige en blauwe en zwavelkleurige harnassen, en
de koppen der paarden waren als leeuwenkoppen, en uit hun bek kwam vuur en de
rook en de zwavel. |
|
|
|
Door deze drie plagen werd het
derde deel van de mensheid gedood; door het vuur en de rook en de zwavel, die
uit hun bek kwamen. Want de macht der paarden ligt in de bek en in hun
staarten. Want hun staarten zijn als slangen, met koppen, en daarmee brengen
zij schade toe. En wie van de mensen over
gebleven waren, die niet gedood waren door deze plagen, bekeerden zich toch
niet van de werken hunner handen. (Op.9:15-20a) |
||
|
|
Copyright ©
Patricia M. van Weert - Landwehr |
|