Egypte en de Farao
Homepage Vorige pagina	Als je aan de Farao denkt of over de Farao is het niet moeilijk om je hier iets bij voor te stellen. In geschiedenisboeken is veel informatie te vinden, niet alleen over de geschiedenis maar ook hoe het er in de tijd van de Farao heeft uitgezien.
Want het schriftwoord zegt tot Farao: Daartoe heb Ik u doen opstaan, opdat Ik in u mijn kracht zou tonen en mijn naam verbreid zou worden over de gehele aarde. (Rom.9:17) Hij ontfermt Zich dus over wien Hij wil en Hij verhardt wien Hij wil. (Rom.9:18)	In de Bijbel wordt regelmatig over Egypte gesproken. Abraham trok naar Egypte toen er hongersnood was (Gen.12:10-13). Abraham kan echter niet blijven in Egypte omdat hij de Farao misleid heeft. Farao kwam erachter dat hij misleid was omdat God hem met plagen sloeg. Toen Jozef in Egypte woonde, maakte God Jozef voorspoedig. Jozef werkte voor de Farao en hij was zo tevreden over Jozef dat hij Jozef Asnath, de dochter van Potifera, de priester van On tot echtgenote gaf. Efraïm en Menasse zijn uit dit huwelijk geboren. (Gen.41:45-52) Toen de familie van Jozef in Egypte kwam wonen omdat er in Egypte geen hongersnood heerste, gaf Farao de familie van Jozef toestemming om in het mooiste gedeelte van Egypte te wonen in het land Goossen. (Gen.47:5-6)
	De familie werd echter zo groot, dat de Egyptenaren bang werden. De Farao die Jozef niet gekend heeft maakte het volk (de nakomelingen uit de familie van Jozef) tot slaven. Uiteindelijk stuurde God Mozes naar het volk en het volk werd bevrijd. De Farao was hard en hij wilde het volk niet laten gaan. Maar nadat de Egyptenaren en Farao met tien plagen waren gekweld, liet de Farao ze gaan. In Romeinen 9:17 staat uitgelegd waarom de Farao het volks steeds niet wilde laten gaan. Een andere belangrijke gebeurtenis die we niet mogen vergeten, is dat Yeshua heeft geschuild in Egypte totdat Herodus dood was. (Matt.2:14-15, en Hos.11:1)
		Copyright © Patricia M. van Weert - Landwehr